Art. 65. § 1. Le chef d'entreprise et le participant-stagiaire ou, le cas échéant, son représentant légal peuvent invoquer l'existence d'un motif justifiant la cessation de l'exécution de la convention de stage, lorsque le participant-stagiaire, respectivement le chef d'entreprise manque gravement à ses obligations en matière d'exécution de la convention de stage ou qu'il y a des circonstances entravant gravement le bon déroulement du stage pratique.
Art. 65. § 1. Het ondernemingshoofd en de cursist-stagiair of, in voorkomend geval, zijn wettelijke vertegenwoordiger kunnen het bestaan van een reden inroepen die de verbreking van de uitvoering van de stageovereenkomst wettigt, als de cursist-stagiair, respectievelijk het ondernemingshoofd ernstig tekortkomt in de verplichtingen inzake de uitvoering van de stageovereenkomst of als er omstandigheden zijn die het goede verloop van de praktijkstage ernstig belemmeren.