Art. 19. Les institutions financières assujetties qui recourent à l'intervention de mandataires ou sous-traitants pour nouer ou entretenir des relations d'affaires avec les clients ou pour réaliser avec eux des opérations occasionnelles précisent par écrit à ces intervenants les procédures d'identification et de vérification à mettre en oeuvre, dans le respect de la loi et du présent règlement.
Art. 19. Onderworpen financiële instellingen die voor het aanknopen of onderhouden van zakelijke relaties met cliënten of voor het uitvoeren van occasionele verrichtingen voor cliënten een beroep doen op lasthebbers of op onderaannemers, dienen aan deze tussenkomende personen schriftelijk te laten weten welke procedure zij, met inachtneming van de wet en dit reglement, bij de identificatie en verificatie van de identiteit van de cliënten moeten volgen.