§ 1. Au plus tard le douzième jour qui précède celui du scrutin, le président du bureau principal de la circonscription électorale, en ce qui concerne l'élection de la Chambre des représentants, et le président du bureau principal de province visé à l'article 94bis , § 2, en ce qui concerne l'élection du Sénat, adressent aux électeurs belges résidant à l'étranger et ayant choisi de voter par correspondance, via le poste diplomatique ou consulaire de carrière dans lequel ces Belges sont inscrits, une enveloppe électorale comprenant :
§ 1. Ten laatste op de twaalfde dag vóór de dag van de verkiezing, sturen de voorzitter van het kieskringhoofdbureau, voor de verkiezing van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, en de voorzitter van het provinciehoofdbureau bedoeld in artikel 94bis , § 2, voor de verkiezing van de Senaat, via de diplomatieke of consulaire beroepspost waar zij ingeschreven zijn, aan de in het buitenland verblijvende Belgische kiezers die ervoor gekozen hebben per briefwisseling te stemmen, een kiesomslag die het volgende omvat :
