considérant que l'article 2 paragraphe 2 du règlement (CEE) n° 3760/92 du Conseil, du 20 décembre 1992, instituant un régime communautaire de la pêche et de l'aquaculture (5), oblige les États membres à veiller à ce que les activités de pêche non professionnelles ne mettent pas en péril la conservation et la gestion des ressources couvertes par la politique commune de la pêche; que cette obligation revêt une importance particulière en Méditerranée en vertu de l'envergure de ces activités dans cette mer et qu'il importe d'en limiter les effets négatifs éventuels sur l'état des ressources halieutiques;
Overwegende dat artikel 2, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 3760/92 van de Raad van 20 december 1992 tot invoering van een communautaire regeling voor de visserij en de aquacultuur (5) de Lid-Staten de verplichting oplegt erop toe te zien dat niet-beroepsmatige activiteiten de instandhouding en het beheer van de onder het gemeenschappelijk visserijbeleid vallende bestanden niet in gevaar brengen; dat deze verplichting in de Middellandse Zee van bijzonder belang is wegens de omvang van deze activiteiten aldaar en dat de eventuele schadelijke gevolgen ervan voor de visbestanden moeten worden beperkt;