À la Chambre, on a envisagé trois solutions possibles pour ce qui est de l'instance de recours : le Comité R (comme prévu actuellement dans le projet), le Conseil d'État ou une commission composée de trois magistrats à la retraite qui seraient eux-mêmes détenteurs d'une habilitation de sécurité et qui seraient désignés pour une période de cinq ans par le premier président de la cour d'appel de Bruxelles.
In de Kamer zijn drie mogelijke oplossingen geformuleerd voor de instantie die kennis zal nemen van de beroepen : ofwel het Comité I (zoals thans voorzien in het ontwerp), ofwel de Raad van State, ofwel een commissie samengesteld uit drie magistraten in ruste die zélf houder zijn van een veiligheidsmachtiging, aangewezen door de eerste voorzitter van het hof van beroep te Brussel voor een periode van 5 jaar.