Les agents tensioactifs sont considérés comme facilement biodégradables si le niveau de biodégradabilité (minéralisation) mesuré
selon l’un des cinq essais suivants est d’au moins 60 % en vingt-huit jours: essai au CO dans l’espace de tête (OCDE 310); test d’évolution du dioxyde de carbone (CO) – essai Sturm modifié (OCDE 301 B; directive 67/548/CEE, annexe V
.C.4-C), test de la fiole fermée (OCDE 301 D; directive 67/548/CEE, annexe V.C.4-E), respirométrie manométrique (OCDE 301F; directive 67/548/CEE, annexe V
...[+++].C.4-D) ou test MITI (I) (OCDE 301C; directive 67/548/CEE, annexe V.C.4-D), ou essais ISO équivalents.
Oppervlakteactieve stoffen worden geacht gemakkelijk biologisch afbreekbaar te zijn als de biologische afbraak (mineralisatie) gemeten volgens een van de volgende vijf tests, na 28 dagen ten minste 60 % bedraagt: CO-headspacetest (OESO 310), CO-ontwikkelingstest (gewijzigde Sturm-test) (OESO 301B; bijlage V, methode C.4-C, bij Richtlijn 67/548/EEG), geslotenflestest (OESO 301D; bijlage V, methode C.4-E, bij Richtlijn 67/548/EEG), manometrische respirometrie (OESO 301F; bijlage V, methode C.4-D, bij Richtlijn 67/548/EEG), MITI-(I)-test (OESO 301C; bijlage V, methode C.4-D, bij Richtlijn 67/548/EEG) of de equivalente ISO-tests.