En outre, de même qu'il a prévu que l'existence de faits personnels graves à charge du demandeur constitue un empêchement à l'acquisition de la nationalité par les étrangers visés à l'article 12bis, § 1, 1°, du Code, le législateur a pu estimer devoir permettre que celui qui est devenu Belge en vertu de cette disposition fasse l'objet, s'il manque gravement à ses devoirs de citoyen, d'une procédure en déchéance de la nationalité.
Daarenboven vermocht de wetgever te oordelen, zoals hij heeft bepaald dat het bestaan van gewichtige feiten, eigen aan de persoon, ten laste van de aanvrager een beletsel vormt voor de verkrijging van de nationaliteit door de in artikel 12bis, § 1, 1°, van het Wetboek bedoelde vreemdelingen, dat hij het mogelijk moest maken dat diegene die krachtens die bepaling Belg is geworden, het voorwerp uitmaakt van een procedure tot vervallenverklaring van de nationaliteit indien hij ernstig tekortschiet in zijn verplichtingen als burger.