Si le chef de corps estime qu'une telle saisie ou qu'une telle perquisition est de nature à constituer une menace notamment pour la sécurité du pays, pour sa défense militaire, pour les missions de forces armées belges à l'étranger, pour l'exercice des missions légales des services de renseignement, il pourrait en demander la levée au président du Comité R ou à son remplaçant.
Indien de korpschef meent dat de inbeslagneming of de huiszoeking een bedreiging vormt voor de nationale veiligheid, de landsverdediging, de buitenlandse opdrachten van de Belgische strijdkrachten of de uitoefening van de wettelijke opdrachten van de inlichtingendiensten, kan hij aan de voorzitter van het Comité I of aan zijn plaatsvervanger de opheffing ervan vragen.