23. déplore l'adoption, le 6 mai 2002, du projet de loi américain sur l'agriculture, par la Chambre des représentants, et estime qu'une telle loi pourrait déstabiliser l'accord agricole qui a été conclu à grand-peine lors de la réunion ministérielle de Doha; estime que cette décision ne doit pas empêcher l'UE de respecter l'engagement contracté à Doha d'éliminer progressivement toutes les formes de subventions à l'exportation et de mécanismes de soutien équivalant à une distorsion des échanges dans l'agriculture et insiste pour que les États-Unis en fassent autant;
23. betreurt het besluit van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden van 6 mei 2002 om de "Farm bill" goed te keuren en is van mening dat hiermee de zwaarbevochten overeenkomst inzake de landbouw tijdens de ministersconferentie in Doha, op losse schroeven kan worden gezet; is van mening dat dit besluit de EU er niet van mag weerhouden uitvoering te geven aan haar in Doha gedane belofte om te streven naar een geleidelijke vermindering en uiteindelijk de volledige afschaffing van exportsubsidies en handelsverstorende steunmechanismen voor de landbouw, en dringt er met klem op aan dat de VS hetzelfde doet;