Si l'on envisage divers scénarios - je me suis livré à cet exercice en sélectionnant plusieurs hypothèses de financement -, on s'aperçoit que la formule la plus favorable aux établissements scientifiques fédéraux, soit 62 millions d'euros de mesures prioritaires pendant dix ans et 33 millions par la suite, ne représente qu'un pour-cent de la valeur, estimée à 6,2 milliards d'euros, des collections et autres biens mobiliers dont les établissements scientifiques fédéraux assurent la conservation et la gestion.
De meest gunstige regeling voor de federale wetenschappelijke instellingen, namelijk 62 miljoen euro voor prioritaire maatregelen gedurende tien jaar en daarna 33 miljoen euro, vertegenwoordigen samen slechts één percent van de waarde van de verzamelingen en van de andere roerende goederen die door de federale wetenschappelijke instellingen worden bewaard en beheerd.