Lorsqu’une taxe d’immatriculation a été acquittée dans un État membre pour une voiture particulière qui est ensuite exportée en dehors du territoire de la Communauté ou transférée en vue de son utilisation permanente, au sens de l’article 3, paragraphe 3, sur le territoire d'un autre État membre, le premier État membre rembourse le montant résiduel de la taxe, sur la base d’un calcul effectué conformément aux dispositions de l’article 10, paragraphe 1.
De registratiebelasting die in een lidstaat is betaald voor een personenauto die vervolgens buiten het grondgebied van de Gemeenschap wordt uitgevoerd of naar het grondgebied van een andere lidstaat wordt overgebracht om daar permanent te worden gebruikt in de zin van artikel 3, lid 3, wordt door eerstgenoemde lidstaat terugbetaald ten belope van het resterende belastingbedrag, dat wordt berekend overeenkomstig artikel 10, lid 1.