Selon la jurisprudence constante de la Commission permanente de contrôle linguistique, le concept de «nomination», tel que visé à l'article 21, § 2, et § 5, de l'arrêté royal du 18 juillet 1966 portant coordination des lois sur l'emploi des langues en matière administrative, doit être interprété comme suit : «tout apport de personnel nouveau, qu'il s'agisse de personnel définitif, stagiaire, temporaire ou contractuel; que, d'ailleurs tout apport de personnel nouveau par transfert, mutation, promotion, désignation à exercer certaines fonctions etc. tombe sous l'application de ces dispositions» (avis CPCL nº 2365 du 28 mai 1970).
Volgens de vaste rechtspraak van de Vaste Commissie voor taaltoezicht dient het begrip «benoeming», zoals vermeld in artikel 21, § 2, en § 5, van het koninklijk besluit van 18 juli 1966 houdende coördinatie van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, als volgt geïnterpreteerd te worden : «elke inbreng van
nieuw personeel ongeacht of het gaat om vast, tijdelijk, stagedoend voorlopig of contractueel personeel; dat tevens elke inbreng van nieuw personeel door transfer, mutatie, bevordering, belasting met uitoefening van bepaalde functies, enz., onder de toepassing van die bepalingen valt» (advies VCT nr. 2365 d.d. 28 mei 19
...[+++]70).