Réponse : J'ai l'honneur d'informer l'honorable membre que l'arrêté ministériel portant délégation de compétences et de signatures (« arrêté de délégation ») du 1 juillet 1998, qui est donc antérieur à la réforme Copernic, habilite, en son article 6, le secrétaire général (l'actuel président) et les directeurs généraux, chacun pour ce qui relève de leur administrati
on, à approuver les petites dépenses de représentation jusqu'à concurrence
d'un montant de 500 euros par dépense, de même que les petites dépenses à caractère urgent jusqu'
...[+++]à concurrence d'un montant de 125 euros par dépense, avec un maximum de 5 000 euros par an.
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat het ministerieel besluit houdende overdracht van bevoegdheden en delegatie van handtekeningen (« delegatiebesluit ») van 1 juli 1998, dus reeds voor de Copernicushervorming, in zijn artikel 6 aan de secretaris-generaal (heden de voorzitter) en de directeurs-generaal, elk voor wat hun bestuur betreft, de bevoegdheid verleent om kleine representatieuitgaven goed te keuren tot een bedrag van 500 euro per uitgave en kleine uitgaven met een dringend karakter tot een bedrag van 125 euro per uitgave, met een maximum van 5 000 euro per jaar.