20. constate que, pour pouvoir assumer ses compétences en matière de contrôle, le Parlement européen doit pouvoir accéder aux rapports élaborés par l'OLAF sur ses enquêtes externes et internes; souligne avec force qu'il doit en être de même pour les rapports élaborés par l'OLAF en liaison avec l'affaire du lin, l'affaire du beurre frelaté et avec les faits qui se sont déroulés à la représentation de la Commission à Stockholm
20. stelt vast dat het, om gebruik te kunnen maken van zijn controlebevoegdheden, toegang tot de door het OLAF opgestelde verslagen over diens externe en interne onderzoeken moet krijgen; wijst er met nadruk op dat dit ook voor de door het OLAF opgestelde verslagen in verband met de vlas-affaire, de affaire van de versneden boter en de gebeurtenissen bij de vertegenwoordiging van de Commissie te Stockholm geldt;