Dans son arrêt du 5 novembre 2002, la Cour de justice des Communautés européennes a conclu que les accords bilatéraux actuels signés par huit États membres (Autriche, Belgique, Danemark, Finlande, Allemagne, Luxembourg, Royaume-Uni et Suède) enfreignaient le droit communautaire sur deux aspects principaux:
In zijn arrest van 5 november 2002 kwam het Europees Hof van Justitie tot de slotsom dat de huidige bilaterale overeenkomsten, welke door 8 lidstaten (Oostenrijk, België, Denemarken, Finland, Duitsland, Luxemburg, het Verenigd Koninkrijk en Zweden) zijn ondertekend, op de volgende twee hoofdpunten met het EU-recht in strijd zijn: