Selon les données fournies par les États membres, la proportion de citoyens de l'Union vivant dans un autre État membre et s'étant inscrits sur la liste électorale de cet État en vue des élections européennes de 2009 a atteint 11,6 %[13] pour l’ensemble de l’UE, contre 5,9 % en 1994 lorsque la directive avait été appliquée pour la première fois.
Op basis van door de lidstaten verstrekte gegevens bedroeg het aandeel van de burgers die in een andere lidstaat wonen en zijn ingeschreven om er te kiezen bij de Europese verkiezingen van 2009 in de hele EU 11.6%[13], tegenover 5.9% in 1994, toen de richtlijn voor het eerst werd toegepast.