Après examen de la demande de dérogation, l’Agence estime, à l’instar du Royaume-Uni, qu’il est disproportionné d’exiger d’un pilote, lorsqu’il possède une IR récente, ou récemment arrivée à expiration, conforme à l’annexe 1 de l’OACI et délivrée par un pays tiers, de représenter les examens théoriques nécessaires pour obtenir le renouvellement d’une IR européenne caduque depuis plus de sept ans; c’est-à-dire qu’il n’y a pas lieu d’appliquer les mêmes exigences à un pilote possédant une expérience récente de vol en IFR qu’à un pilote qui n’a pas effectué de vol en IFR depuis plus de sept ans.
Het Agentschap was het na onderzoek van het verzoek tot afwijking met het VK eens dat het onevenredig is om van een piloot die houder is van een geldig of recentelijk verlopen, conform ICAO-bijlage 1 door een derde land afgeven IR te eisen dat hij opnieuw de theorie-examens aflegt voor een verlenging van een Europese IR die meer dan zeven jaar gelden is afgegeven; d.w.z. dat aan een piloot met recente IFR-ervaring niet dezelfde eisen mogen worden gesteld als aan een piloot die meer dan zeven jaar niet onder IFR heeft gevlogen.