34. reconnaît le rôle de pionnier dévolu à cet égard à l'Union européenne; estime que les institutions et agences de l'Union européenne devraient donner l'exemple en rénovant en particulier les bâtiments qui ont été identifiés comme offrant un potentiel d'efficacité énergétique d'une manière rentable du point de vue des coûts pour qu'ils soient quasiment neutres d'ici 2019, et ce dans le cadre d'un bilan plus large de l'utilisation d'énergie par les institutions;
34. erkent dat de Europese Unie een pioniersrol vervult; is van mening dat de EU-instellingen en -agentschappen een voorbeeld moeten stellen, met name in de gebouwen waarvan is vastgesteld dat zij potentieel op het gebied van energie-efficiëntie hebben, door deze gebouwen op kostenefficiënte wijze te renoveren tot een energieverlies van bijna nul tegen 2019, als onderdeel van een bredere audit van het energieverbruik van de instellingen;