3. se félicite de l'ouverture des négociations en vue d'un nouvel accord interinstitutionnel "Mieux légiférer"; estime que cela devrait permettre d'améliorer la qualité de la rédaction des propositions législatives de la Commission, de renforcer son évaluation de l'impact des projets d'actes législatifs, notamment sur le plan économique, social et environnemental, et par rapport aux PME et, le cas échéant, d'util
iser des règlements plutôt que des directives conformément aux principes de subsidiarité et de proportionnalité; attend de la Commission qu'elle traite les deux branches de l'autorité législative sur un pied d'égalité pour ce q
...[+++]ui est de l'information et de la communication de documents tout au long des procédures législatives; attend un engagement plus fort à garantir une consultation interinstitutionnelle appropriée, un suivi sans faille des propositions et recommandations du Parlement et la fourniture de justifications détaillées pour chaque retrait envisagé; rappelle que la programmation pluriannuelle, qui fait l'objet d'un accord entre les trois institutions, devrait être le cadre du programme de travail annuel et constituer la base des discussions sur le programme de travail annuel spécifique; rappelle que, selon lui, le mieux légiférer ne devrait pas être considéré comme un outil permettant de priver de leur caractère prioritaire des domaines relevant des compétences de l'Union européenne et que les décisions politiques prises dans le cadre du processus de décision démocratique devraient l'emporter sur des évaluations techniques; 3. is ingenomen met de start van de onderhandelingen over een nieuw interinstitutioneel akkoord over beter wetgeven; is van mening dat dit moet leiden tot een hogere kwaliteit van de wetteksten van de Commissie, een verbetering van haar effectbeoordeling van ontwerpwetgeving, waaronder economische, sociale, milieu- en kmo-gerelateerde effectbeoordelingen, en, in voorkomend geval, het gebruik van verordeningen in plaats van richtlijnen overeenkomstig de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid; verwacht van de Commissie dat zij de twee takken van de wetgevende autoriteit gelijk behandelt wat betreft de informatie en documentatie die in de loop van de wetgevingsprocedure ter beschikking worden gesteld; verlangt een grotere inzet voor
...[+++] het waarborgen van een passende interinstitutionele raadpleging, voor een volledige follow-up van de voorstellen en aanbevelingen van het Parlement, en voor het overleggen van gedetailleerde rechtvaardigingen voor iedere voorgenomen intrekking; herinnert eraan dat de meerjarige programmering, die door de drie instellingen wordt overeengekomen, een kader moet bieden voor het jaarlijkse werkprogramma en de basis moet vormen voor de discussies over het specifieke jaarlijkse werkprogramma; herinnert aan zijn standpunt dat betere regelgeving niet mag worden beschouwd als een instrument om beleidsterreinen die binnen het kader van de bevoegdheden van de EU vallen prioriteit te ontnemen, en dat politieke besluiten die zijn genomen binnen het democratisch besluitvormingsproces zwaarder moeten wegen dan technische beoordelingen;