Un premier versement, de 90 tonnes, eut lieu en octobre 1947, un deuxième, de 25 tonnes, en mars 1952 et un troisième, de 11,6 tonnes, en mai 1958, montants qui ont été reversés à la Banque de France, laquelle a pu ainsi récupérer environ 2/3 de son dû.
Een eerste storting ten belope van 90 ton had plaats in oktober 1947, een tweede van 25 ton in maart 1952 en een derde van 11,6 ton in mei 1958, bedragen die aan de Banque de France werden doorgestort; zodoende kon de Banque de France ongeveer 2/3 recupereren.