Dans ce sens, l'ovule et le spermatozoïde qui viennent de personnes d'une communauté ethnique — à la fois biologique, géographique et historique — sont reconnus comme à la base des caractères génétiques qui, eux-mêmes, rendent compte d'une fraction de la personne — un quart, trois-quarts, etc. suivant les traits considérés.
In die zin worden eicellen en spermatozoïden van personen van een etnische gemeenschap, die tegelijk biologisch, geografisch en historisch is, beschouwd als zijnde de basis van genetische kenmerken die zelf een deel van de persoon kenmerken en dat voor een kwart, voor drie vierde enz., naargelang de kenmerken die in aanmerking worden genomen.