Le Conseil d'Etat demande à la Cour d'examiner si l'article 135 du décret du 2 février 2007, en ce qu'il imposerait au conseil communal, pouvoir organisateur d'un établissement d'enseignement officiel subventionné, de nommer à la fonction de directeur d'école primaire le membre du personnel enseignant qui remplit les conditions que cette disposition énonce et le priverait dès lors de tout pouvoir d'appréciation dans cette situation, empiète sur la compétence des régions de déterminer les compétences du conseil communal ou re
nd impossible voire exagérément difficile l'exercice de cette compétence
...[+++]et si cet article 135 entraîne également une violation du principe d'égalité et de non-discrimination dès lors qu'il priverait le conseil communal de son pouvoir d'appréciation des titres et mérites des candidats à une promotion au grade de directeur, pouvoir d'appréciation qui doit être exercé dans le respect de ce principe.De Raad van State vraagt aan het Hof te onderzoeken of artikel 135 van het decreet van 2 februari 2007, in zoverre het de gemeenteraad, inrichtende macht van een instelling
voor gesubsidieerd officieel onderwijs, ertoe zou verplichten het lid van het onderwijzend personeel dat voldoet aan de
voorwaarden waarin die bepaling
voorziet in het ambt van directeur van een lagere school te benoemen en de gemeenteraad bijgevolg elke beoordelingsbevoegdheid in die situatie zou ontnemen, afbreuk doet aan de bevoegdheid van de gewesten om de bevoegdheden van de gemeenteraad te bepalen of
...[+++] de uitoefening van die bevoegdheid onmogelijk of zelfs overdreven moeilijk maakt, alsook of dat artikel 135 eveneens een schending van het gelijkheids- en niet-discriminatiebeginsel met zich meebrengt aangezien het de gemeenteraad zijn bevoegdheid zou ontnemen om de bekwaamheidsbewijzen en verdiensten van de kandidaten voor een bevordering in de graad van directeur te beoordelen, een beoordelingsbevoegdheid die moet worden uitgeoefend met inachtneming van dat beginsel.