Les parties requérantes font valoir (1) que le droit de rôle est un impôt dont la réglementation ne peut être déléguée au Roi, (2) que la différence en ce qui concerne le mode de paiement par les personnes morales de droit public et les autres requérants est discriminatoire et (3) que l'imposition du paiement du droit de rôle à chaque requérant individuel, en cas de requête collective, rendrait la procédure excessivement coûteuse.
De verzoekende partijen voeren aan (1) dat het rolrecht een belasting is, waarvan de regeling niet aan de Koning kan worden gedelegeerd, (2) dat het verschil in betalingswijze door de publiekrechtelijke rechtspersonen en de andere verzoekers discriminerend is en (3) dat het doen betalen van het rolrecht door elke individuele verzoeker, in geval van een gezamenlijk verzoekschrift, de procedure buitensporig kostbaar zou maken.