Le piètre état de certains stocks de poissons, associé à une capacité de pêche excédentaire, incite les armateurs à maximiser l’efficacité de capture dans les limites fixées par le droit communautaire et les réglementations des États membres, et ce, au détriment parfois de la sécurité du navire et des conditions de vie et de travail à bord[18].
Door de slechte toestand van de visbestanden en een te grote vangstcapaciteit worden reders ertoe aangezet om binnen de beperkingen van de EU-wetgeving en de nationale regelgeving zo efficiënt mogelijk te vissen; soms gebeurt dat ten koste van de veiligheid van het schip en van de werk- en leefomstandigheden aan boord[18].