Art. 3. La somme des rémunérations perçues en rétribution des activités exercées par les mandataires publics ne peut excéder 150 pourcents du montant de l'indemnité parlementaire perçue par les membres de la Chambre des représentants.
Art. 3. Het bedrag van de bezoldigingen voor activiteiten die door de openbare mandatarissen uitgeoefend worden, mag niet hoger zijn dan 150 % van het bedrag van de parlementaire vergoeding van de leden van de Kamer van Volksvertegenwoordigers.