Avant la prise d'effet de l'Avenant du 8 février 1999, l'administration fiscale belge a appliqué dans certains cas une règle dite « des 45 jours » qui permettait à des salariés résidant dans la zone frontalière française et employés dans la zone frontalière belge de conserver le bénéfice du régime frontalier lorsqu'ils exerçaient très occasionnellement leur activité en dehors de la zone frontalière belge, c'est-à-dire lorsqu'ils sortaient de la zone frontalière dans l'exercice de leur activité pendant un maximum de 45 jours par année civile.
Vóór de toepassing van het Avenant van 8 februari 1999 paste de Belgische belastingadministratie in bepaalde gevallen een zogenaamde " 45-dagenregel" toe, die loontrekkers die in de Franse grensstreek woonden en in de Belgische grensstreek tewerkgesteld waren toestond om verder het voordeel van de grensarbeidersregeling te genieten wanneer ze hun werkzaamheid slechts zeer af en toe buiten de Belgische grensstreek uitoefenden, dit wil zeggen wanneer ze ten hoogste 45 dagen per kalenderjaar de grensstreek verlieten bij het uitoefenen van hun werkzaamheid.