13. condamne fermement les condamnations à mort et les exécutions en Iran, en particulier celles prononcées ou infligées contre les jeunes délinquants et les mineurs, et exhorte les autorités iraniennes à respecter les garanties juridiques internationalement reconnues applicables aux mineurs, comme la Convention des Nations unies relative aux droits de l'enfant;
13. spreekt zijn scherpe veroordeling uit over de doodvonnissen en executies in Iran, en in het bijzonder die welke jeugdige overtreders en minderjarigen betreffen, en dringt er bij de Iraanse autoriteiten op aan om zich te houden aan de internationaal erkende rechtswaarborgen met betrekking tot minderjarigen, zoals het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind;