La loi du 21 juin 2001 visant à modifier les conséquences sur l'impôt sur les revenus des donations à l'État et les modalités des datations d'oeuvres d'art en paiement de droits de succession (Moniteur belge du 5 juillet 2001), a assoupli cette exigence en prévoyant que les oeuvres d'art doivent être reconnues comme appartenant au patrimoine culturel mobilier du pays ou comme ayant une renommée internationale.
De wet van 21 juni 2001 tot wijziging van de gevolgen voor de inkomstenbelastingen van schenkingen aan de Staat en tot wijziging van de regeling van successierechten (Belgisch Staatsblad van 5 juli 2001), versoepelt deze eis en voorziet dat kunstwerken moeten behoren tot het roerend cultureel erfgoed van het land of dat zij internationale faam genieten.