2. Les États membres veillent à ce que, lors du processus d'agrément d'un marché réglementé, la personne ou les personnes dirigeant effectivement les activités et l'exploitation d'un marché réglementé déjà muni d'un agrément conformément aux conditions fixées dans la présente directive soient réputées satisfaire aux exigences visées au paragraphe 1.
2. De lidstaten dragen er zorg voor dat, bij de vergunningverlening aan een gereglementeerde markt, de persoon of de personen die feitelijk het bedrijf en de werkzaamheden leiden van een gereglementeerde markt waaraan reeds overeenkomstig de voorwaarden van deze richtlijn vergunning is verleend geacht worden aan de vereisten van lid 1 te voldoen.