La garantie qui peut être réclamée au représentant responsable visé à l'alinéa précédent, conformément à l'article 2, 3, de l'arrêté royal n° 31, et qui peut consister entre autres en une caution personnelle d'une banque, a pour but de garantir le recouvrement de tout ce qui pourrait devenir exigible à charge de l'assujetti représenté, à titre de taxes, amendes, intérêts et frais.
De zekerheid die overeenkomstig artikel 2, 3, van het koninklijk besluit nr. 31 aan de in vorige alinea bedoelde aansprakelijke vertegenwoordiger kan worden gevraagd, en die onder meer kan bestaan uit een persoonlijke borgstelling van een bank, heeft tot doel de invordering te waarborgen van al wat ten laste van de vertegenwoordigde belastingplichtige opeisbaar zou kunnen worden uit hoofde van belasting, geldboeten, interesten en kosten.