– d'établir des exigences précises, neutres et impartiales et des procédures institutionnelles en matière de reconnaissance du statut d'Église aux organisations religieuses, dans le respect du devoir de l'État de rester neutre et impartial dans ses relations avec les différentes religions et convictions, et de fournir des moyens efficaces de recours en cas de non reconnaissance ou d'absence de décision, conformément aux exigences constitutionnelles indiquées dans la décision 6/2013 mentionnée ci-dessus de la Cour constitutionnelle;
– duidelijke, neutrale en onpartijdige vereisten en institutionele procedures vast te stellen voor de erkenning van godsdienstige organisaties zoals kerken, waarbij wordt gewaarborgd dat de overheid neutraal en onpartijdig blijft in haar betrekkingen met de verschillende godsdiensten en overtuigingen, en te zorgen voor doeltreffende beroepsmogelijkheden in gevallen van niet-erkenning of het uitblijven van een besluit, overeenkomstig de grondwettelijke vereisten zoals omschreven in bovengenoemde uitspraak 6/2013 van het Grondwettelijk Hof;