2. Lorsque les États membres décident d'autoriser les procédures visées à l'article 2, paragraphe 2, point a), ils veillent à ce que les entités de REL qui les appliquent notifient à l'autorité compétente, outre les informations et les déclarations visées au paragraphe 1, les informations nécessaires à l'évaluation de leur respect des exigences spécifiques supplémentaires d'indépendance et de transparence énoncées à l'article 6, paragraphe 3.
2. Indien de lidstaten de in artikel 2, lid 2, onder a), beschreven procedures besluiten toe te staan, zorgen zij ervoor dat de ADR-entiteiten die dergelijke procedures hanteren de bevoegde autoriteit op de hoogte stellen van de informatie die noodzakelijk is om te beoordelen of zij de specifieke aanvullende eisen van onafhankelijkheid en transparantie als bedoeld in artikel 6, lid 3, naleven, naast de in lid 1 vermelde informatie en verklaringen.