Les Comités renvoient dans ce cadre au système existant d’« overruling », tiré des articles 24, § 2, alinéa 3, et 48, § 2, alinéa 3, de la loi du 18 juillet 1991 organique du contrôle des services de police et de renseignement et de l'Organe de coordination pour l'analyse de la menace, en vertu duquel les présidents des Comités apprécient en dernière instance la possibilité de rompre un secret qui est invoqué pour protéger l’intégrité physique d’une personne.
De vaste comités verwijzen in dit kader naar het reeds bestaande " overruling " -systeem uit de artikelen 24, § 2, derde lid, en 48, § 2, derde lid, van de organieke wet van 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op politie- en inlichtingendiensten en op het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse, waar de voorzitters van de vaste comités in laatste instantie oordelen over de mogelijkheid om een geheim dat wordt ingeroepen ter bescherming van de fysieke integriteit van een persoon te doorbreken.