2. « Les règ
les applicables à l'expertise en matière pénale, plus particulièrement les articles 43, 44 (et pour autant que de besoin 148) du Code d'instruction criminelle, et les articles 962 et suivants du Code judiciaire, s'ils sont interprétés en ce sens qu'ils n'obligeraient jamais l'expert désigné en matière pénale, par le ministère public ou par une juridiction d'instruct
ion, à respecter la moindre contradiction dans l'accomplissement de sa mission, et en ce sens que la décision ordonnant l'expertise ne devrait, sur ce point, pa
...[+++]s être spécifiquement motivée, ni ne serait, sur ce même point, susceptible d'aucune censure juridictionnelle ultérieure, violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution, lus isolément ou combinés avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme ?2. « Worden de
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, afzonderlijk of in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, geschonden door de regels die toepasselijk zijn op het deskundigenonderzoek in strafzaken, inzonderheid de artikelen 43, 44 (en voor zover nodig 148) van het Wetboek van Strafvordering en de artikelen 962 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek, indien zij in die zin worden geïnterpreteerd dat zij de in strafzaken door het openbaar ministerie of door een onderzoeksgerecht aangestelde deskundige nooit zouden verplichten een minimaal contradictoir karakter na te leven bij het vervullen
...[+++] van zijn opdracht, en in die zin dat de beslissing waarbij het deskundigenonderzoek wordt bevolen, op dat vlak niet specifiek zou moeten worden gemotiveerd, noch, op datzelfde vlak, vatbaar zou zijn voor enige latere jurisdictionele toetsing ?