« L'application combinée des articles 1051, alinéa 2, et 50, alinéa 2, du Code judiciaire viole-t-elle les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'elle prévoit une prorogati
on du délai d'appel uniquement si c
elui-ci commence et expire pendant les vacances judiciaires en telle sorte qu'elle a notamment pour conséquence que le délai d'appel expire le 1 septembre lorsque la signification d'un jugement intervient un 1 août, tandis que ce délai d'appel est prorogé jusqu'au 15 septembre si cette signification intervient, par
exemple, la veille, ...[+++]soit un 31 juillet ?
« Schendt de gecombineerde toepassing van de artikelen 1051, tweede lid, en 50, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij uitsluitend in een verlenging van de termijn van hoger beroep voorziet wanneer die termijn begint te lopen en ook verstrijkt binnen de gerechtelijke vakantie, zodat die verlenging inzonderheid tot gevolg heeft dat de termijn van hoger beroep op 1 september verstrijkt wanneer het vonnis is betekend op 1 augustus, terwijl die termijn van hoger beroep wordt verlengd tot 15 september wanneer die betekening bijvoorbeeld de dag voordien, zijnde op 31 juli, gebeurde ?