6. insiste sur le fait que les menaces et les incitations à la violence contre des personnes qui expriment des opinions jugées «offensantes» par certains adeptes de religions et de confessions sont totalement inacceptables, que les personnes responsables de telles menaces et incitations doivent être poursuivies et que la liberté d'expression et la sécurité des personnes menacées doivent être pleinement garanties;
6. houdt staande dat dreigingen en aanzetten tot geweld tegen personen die opvattingen uiten die door sommige aanhangers van religies en geloofsovertuigingen als „beledigend” worden ervaren, totaal onaanvaardbaar zijn, dat degenen die voor zulke bedreigingen verantwoordelijk zijn moeten worden vervolgd, en dat de vrijheid van meningsuiting en de veiligheid van bedreigde personen ten volle moeten worden gewaarborgd;