La définition donnée par l'article entrepris de la « zone d'extension mise en oeuvre » est extrêmement large puisqu'il suffit qu'un plan communal d'aménagement, un plan directeur, un schéma directeur et même un permis de lotir ou un permis de bâtir aient été accordés pour qu'une zone d'extension soit considérée comme « mise en oeuvre » et, partant, ne soit, pour la poursuite de cette mise en oeuvre, c'est-à-dire y compris pour tous les nouveaux permis consentis, même après le 1 mars 1998, soumise qu'à la seule exigence de l'alinéa 1 de l'article 33.
De in het aangevochten artikel gegeven definitie van « ingericht uitbreidingsgebied » is uiterst ruim vermits het voldoende is dat een gemeentelijk plan van aanleg, een stuurplan, een structuurschema en zelfs een verkavelings- of bouwvergunning werden toegekend opdat een uitbreidingsgebied als « ingericht » kan worden beschouwd en, derhalve, voor het voortzetten van die inrichting, dat wil zeggen met inbegrip van alle nieuwe, zelfs na 1 maart 1998 toegestane vergunningen, enkel onderworpen is aan de vereiste van het eerste lid van artikel 33.