Vertaling van "facteur de croissance bêta transformant " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

facteur de croissance bêta transformant | facteur de croissance transformant bêta
TGF-bèta | transforming growth factor-bèta

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

1.4. Inhibiteurs du facteur transformateur de croissance -{beta} (TGF{beta}), par ex. :
1.4. Transformerende groeifactor -{beta} (TGF-{beta}) inhibitoren, bv. :

d. Inhibiteurs du facteur transformateur de croissance-{beta} (TGF{beta}), par ex. luspatercept et sotatercept ;
d. TGF-beta (TGF-ß) inhibitoren, bv. luspatercept en sotatercept;

1) agents stimulants de l'érythropoïèse (ESA) par ex. darbépoétine (dEPO); érythropoïétines (EPO); EPO-Fc; peptides mimétiques de l'EPO (EMP), par ex. CNTO 530 et péginesatide, inhibiteurs GATA (par ex. K-11706), méthoxy polyéthylène glycol-époétine bêta (CERA) et inhibiteurs de facteur de croissance {alpha} (TGF-{alpha}) (par ex. sotatercept, luspatercept) ;
1) erytropoësestimulerende agentia (ESA's) met daarbij bv. darbepoëtine (dEPO), erytropoëtines (EPO), EPO-Fc, EPO-mimetische peptides (EMP), bv. CNTO 530 en peginesatide, GATA inhibitoren, bv. K-11706, methoxy polyethyleen glycol-epoëtine beta (CERA) en transformerende groeifactor- ß (TGF- ß) inhibitoren, bv. sotatercept, luspatercept;

Hormones peptidiques, facteurs de croissance, substances apparentées et mimetiques : Les substances qui suivent, et les autres substances possédant une structure chimique similaire ou un effet biologique similaire, sont interdites : a) agonistes du récepteur de l'érythropoïétine: 1) agents stimulants de l'érythropoïèse (ESAs) incluant par ex. darbépoiétine (dEPO), erythropoiétines (EPO), EPO-Fc, peptides mimétiques de l'EPO (EMP), par ex. CNTO 530 et péginesatide et méthoxy polyéthylène glycol-époétine béta (CERA) ; 2) agonistes non-érythropoïétiques du récepteur de l'EPO, par ex. ARA-290, asialo EPO et EPO carbamylée; b) stabilisateurs de facteurs inductibles par l'hypoxie (HIF) par ex. cobalt et FG-4592; et activateurs du HIF, par ex. argon, xenon; c) gonadotrophine chorionique (CG) et hormone lutéinisante (LH) et leurs facteurs de libération, par ex. buséréline, gonadoréline et leuproréline, chez les sportifs masculins; d) corticotrophines et leurs facteurs de libération, par ex. corticoréline; e) hormone de croissance (GH) et ses facteurs de libération incluant l'hormone de libération de l'hormone de croissance(GHRH) et ses analogues, par ex. CJC-1295, sermoréline et tésamoréline; sécrétagogues de l'hormone de croissance(GHS), par ex. ghréline et ghréline mimetique, par ex. anamoréline et ipamoréline; et peptides libérateurs de l'hormone de croissance (GHRPs), par ex. alexamoréline, GHRP-6, hexaréline etpralmoréline (GHRP-2).
Peptidehormonen, groeifactoren, aanverwante stoffen en mimetica : De volgende stoffen en andere stoffen met een vergelijkbare scheikundige structuur of een vergelijkbare biologische werking : a) erytropoëtine-receptoragonisten : 1) erytropoësestimulerende agentia (ESA's) met daarbij bv. darbepoëtine (dEPO), erytropoëtines (EPO), EPO-Fc, EPO-mimetische peptides (EMP), bv. CNTO 530 en peginesatide en methoxy polyethyleen glycol-epoëtine beta (CERA); 2) non-erytropoëtische EPO-receptoragonisten, bv. ARA-290, asialo EPO en gecarbamyleerd EPO; b) hypoxie-induceerbare factor (HIF) stabilisatoren, bv. kobalt en FG-4592; en HIF-activatoren, bv. argon, xenon; c) choriongonadotrofine (CG) en luteïniserend hormoon (LH) en hun releasing factors, bv. busereline, gonadoreline en triptoreline, enkel bij mannelijke sporters; d) corticotrofines en hun releasing factors, bv. corticoreline; e) groeihormoon (GH) en zijn releasing factors met inbegrip van groeihormoon releasing hormoon (GHRH) en zijn analogen, bv. CJC-1295, sermoreline en tesamoreline; groeihormoon secretagogen (GHS), bv. ghreline en ghrelinemimetica, bv. anamoreline en ipamoreline; en GH-releasing peptides (GHRP's), bv. alexamoreline, GHRP-6, hexareline en pralmoreline (GHRP-2).

2° hormones peptidiques, facteurs de croissance, substances apparentées et mimétiques : les substances qui suivent, et les autres substances possédant une structure chimique similaire ou des effets biologiques similaires : a) Agonistes du récepteur de l'érythropoïétine : 1) agents stimulants de l'érythropoïèse (ESA) par ex. darbépoétine (dEPO); érythropoïétines (EPO); EPO-Fc; peptides mimétiques de l'EPO (EMP), par ex. CNTO 530 et péginesatide et méthoxy polyéthylène glycol-époétine bêta (CERA) ; 2) Agonistes non-érythropoïétiques du récepteur de l'EPO, par ex. ARA-290, asialo-EPO et EPO carbamylée ; b) Stabilisateurs de facteurs inductibles par l'hypoxie (HIF), par ex. cobalt et FG-4592; et activateurs du HIF par ex. argon, xénon ; c) gonadotrophine chorionique (CG) et hormone lutéinisante (LH) et leurs facteurs de libération, par ex. buséréline, gonadoréline et leuproréline, interdites chez le sportif de sexe masculin seulement ; d) corticotrophines et leurs facteurs de libération par ex. corticoréline ; e) hormone de croissance (GH) et ses facteurs de libération incluant l'hormone de libération de l'hormone de croissance (GHRH) et ses analogues, par ex. CJC-1295, sermoréline et tésamoréline; sécrétagogues de l'hormone de croissance (GHS), par ex. ghréline et mimétiques de la ghréline, par ex. anamoréline et ipamoréline; et peptides libérateurs de l'hormone de croissance (GHRP), par ex. alexamoréline, GHRP-6, hexaréline et pralmoréline (GHRP-2) ; A cela s'ajoutent les facteurs de croissance suivants : f) facteurs de croissance fibroblastiques (FGF) ; g) facteur de croissance des hépatocytes (HGF) ; h) facteur de croissance analogue à l'insuline-1 (IGF-1) et ses analogues ; i) facteurs de croissance mécaniques (MGF) ; j) facteur de croissance dérivé des plaquettes (PDGF) ; k) facteur de croissance endothélial vasculaire (VEGF), ainsi que tout autre facteur de croissance influençant, dans le muscle, le tendon ou le ligament, la synthèse/dégradation ...
2° peptidehormonen, groeifactoren, aanverwante stoffen en mimetica : de volgende stoffen en andere stoffen met een vergelijkbare scheikundige structuur of een vergelijkbare biologische werking : a) Erytropoëtine-receptoragonisten : 1) erytropoësestimulerende agentia (ESA's) met daarbij bv. darbepoëtine (dEPO), erytropoëtines (EPO), EPO-Fc, EPO-mimetische peptides (EMP), bv. CNTO 530 en peginesatide en methoxy polyethyleen glycol-epoëtine beta (CERA); 2) Non-erytropoëtische EPO-receptoragonisten, bv. ARA-290, asialo EPO en gecarbamyleerd EPO; b) hypoxie-induceerbare factor (HIF) stabilisatoren, bv. kobalt en FG-4592; en HIF-activatoren, bv. argon, xenon; c) choriongonadotrofine (CG) en luteïniserend hormoon (LH) en hun releasing factors, bv. busereline, gonadoreline en leuproreline, enkel bij mannelijke sporters; d) corticotrofines en hun releasing factors, bv. corticoreline; e) groeihormoon (GH) en zijn releasing factors met inbegrip van groeihormoon releasing hormoon (GHRH) en zijn analogen, bv. CJC-1295, sermoreline en tesamoreline; groeihormoon secretagogen (GHS), bv. ghreline en ghrelinemimetica, bv. anamoreline en ipamoreline; en GH-releasing peptides (GHRP's), bv. alexamoreline, GHRP-6, hexareline en pralmoreline (GHRP-2); Daarenboven de volgende groeifactoren : f) fibroblastgroeifactoren (FGF's); g) hepatocytgroeifactor (HGF); h) insulineachtige groeifactor-1 (IGF-1) en zijn analogen; i) mechanogroeifactoren (MGF's); j) plaatjes afgeleide groeifactor (PDGF); k) vasculair-endotheliale groeifactor (VEGF) alsook eender welke groeifactor die een invloed heeft op de eiwitsynthese of eiwitafbraak in de spier, pees of het ligament, de vascularisatie, het energiegebruik, de regeneratiecapaciteit of het veranderen van vezeltype.

Les principes de Cayenne, consacrés en 1999, sont les principaux fondements du cadre d’action de l’Union européenne en faveur des RUP et, conformément à ces principes – le principe de l’égalité des chances, le principe de la valeur des potentiels, le principe de la cohérence et le principe du partenariat – l’action européenne doit fournir les conditions nécessaires pour transformer les potentiels des RUP en facteurs réels de croissance économique, notamment à travers des mesures spécifiques.
De beginselen van Cayenne, die in 1999 zijn vastgelegd, vormen de grondslag van het actiekader voor de UPR's van de Europese Unie en het Europese optreden moet in overeenstemming met deze beginselen – het beginsel van gelijke kansen, het benutten van kansen, het beginsel van coherentie en het beginsel van partnerschap – de nodige voorwaarden creëren om de kansen van de UPR's ten volle te benutten ten voordele van de economische groei, in het bijzonder via specifieke maatregelen.

Nous pouvons légitimement espérer que la rationalisation des grandes orientations en matière d’économie et d’emploi fournira un cadre européen global d’investissement dans la formation permanente, la recherche et le développement, et l’infrastructure. Le but de celui-ci serait der créer un facteur de croissance à l’échelle de l’Union européenne et de transformer cette croissance en une amélioration quantitative et qualitative de l’emploi ainsi qu’en une plus grande cohésion sociale.
Van het stroomlijnen van de globale economische en werkgelegenheidsrichtsnoeren mogen we zonder meer een allesomvattend Europees kader verwachten voor investeringen in levenslang leren, onderzoek en ontwikkeling, en infrastructuur om zo een Europese motor te creëren voor economische groei en die groei om te zetten in volledige en betere werkgelegenheid en grotere sociale samenhang.

6. souligne que l'innovation dans les systèmes éducatifs, les programmes d'apprentissage tout au long de la vie et les initiatives d'apprentissage en ligne (pour les enseignants comme pour les étudiants) doivent être encouragés car ils constituent des facteurs importants pour transformer les informations en connaissances avec une incidence sur l'emploi et la croissance économique;
6. benadrukt dat innovatie in het onderwijs, levenslang permanente educatieprogramma's en e-learning initiatieven (zowel voor docenten als voor studenten) moeten worden bevorderd als factoren van essentieel belang om informatie om te zetten in kennis met een impact op de werkgelegenheids- en economische groei;

Les mesures proposées ont pour objet d'améliorer les contrôles techniques de façon à accroître l'efficacité des dispositions en vigueur en matière d'emploi de certains facteurs de croissance et d'autres substances dans les spéculations animales, de s'attaquer en particulier à l'abus croissant des bêta-agonistes utilisés à des fins d'engraissement, de simplifier et de concentrer les procédures de contrôle pour permettre aux campagnes mises en oeuvre par les autorités compétentes des Etats membres de mieux déceler les résidus, et de créer les conditions de l'application de sanctions administratives plus efficaces, comportant le refus des primes à certains producteurs (a) Le projet de règlement du Conseil sur l'interdiction de l'utilisation de certaines substances clarifie et codifie les exigences prévues par les directives actuelles, et il interdit l'emploi des bêta-agonistes à quelque fin que ce soit, à l'exception du traitement thérapeutique des chevaux et des animaux de compagnie (b) Le projet de règlement du Conseil relatif aux mesures de contrôle clarifie et améliore les procédures actuellement applicables à la détection des résidus.
Doel van de voorgestelde maatregelen is: - de technische controles te verbeteren, zodat de bestaande voorschriften om misbruik van bepaalde groeibevorderende en andere stoffen in de veehouderij te voorkomen, efficiënter kunnen worden toegepast, - met name het toenemend misbruik van beta-agonisten in de mesting tegen te gaan, - de controleregelingen te vereenvoudigen en gerichter toe te passen, zodat de door de bevoegde autoriteiten in de Lid-Staten gevoerde campagnes voor de opsporing van residuen betere resultaten kunnen opleveren, en - de voorwaarden te scheppen om de administratieve sancties efficiënter te maken (weigering van premies aan bepaalde producenten). a) De voorgestelde verordening van de Raad betreffende het verbod op bepaalde stoffen verduidelijkt en consolideert de eisen die zijn opgenomen in de bestaande richtlijnen en verbiedt het gebruik van beta-agonisten voor alle doeleinden, behalve voor therapeutische behandeling van paarden en huisdieren. b) De voorgestelde verordening van de Raad inzake controlemaatregelen verduidelijkt en verbetert de bestaande regelingen voor het opsporen van residuen.

Les missions de recherche concernant des thèmes aussi variés que: - Les mécanismes cellulaires et moléculaires de l'insulinorésistance; - Les perspectives nouvelles dans la physiopathologie et le traitement du diabète non insulinodépendant; - Les mécanismes contribuant à l'hyperglycémie dans le diabète de type 2; - Le couplage stimulation/sécrétion dans les cellules Béta du pancréas endocrine normal et pathologique; - Les apports de la biologie clinique à la classification du diabète sucré; - Les mouvements ioniques transmembranaires dans les mécanismes de contrôle physiologique et pharmacologique du processus insulinosecrétoire; - Les analyses au niveau moléculaire de l'action de l'insuline sur l'expression ontogénique d'enzymes microvillositaires; - La régulation nutritionnelle de la production et de l'action de «insulin-like growth Factor-I» et d'autres facteurs de croissance au niveau des hépatocytes, des fibroblastes et des cellules musculaires lisses vasculaires.
De onderzoeksopdrachten betreffen zeer uiteenlopende thema's zoals: - De cel- en moleculaire mechanismen van de insulineresistentie; - Nieuwe perspectieven inzake fysiopathologie en behandeling van niet-insuline-afhankelijke diabetes; - De mechanismen die bij diabetes type 2 tot hyperglycemie bijdragen; - De stimulatie/secretiekoppeling in de Betacellen van een normale en een pathologische endocriene pancreas; - Inbreng van de klinische biologie in de classificatie van diabetes mellitus; - Transmembrane ionenbewegingen in de fysiologische en farmacologische controlemechanismen inzake insulinesecretie; - Analyses op moleculair niveau van het effect van insuline op de ontogenetische expressie van microvillositeitsenzymes; - Nutritionele regulatie van de productie en het effect van «insulin-like growth Factor-I» en andere groeifactoren op het niveau van de hepatocyten, de fibroblasten en de gladde vaatspiercellen.