13. demande la mise en œuvre intégrale des déclarations communes relatives aux crédits de paiement et à un échéancier de paiement, convenues entre le Parlement, le Conseil et la Commission à la fin de la procédure budgétaire 2015, et estime que cette mise en œuvre témoignerait de la volonté réelle des trois institutions de dégager une solut
ion au problème des factures impayées; rappelle l'engagement de tenir, au cours de cette année, au moins trois réunions interinstitutionnelles consacrées aux paiements afin de faire le point sur l'exécution des paiements et les prévisions révisées; espère que la première de ces r
...[+++]éunions, en mars 2015, permettra de disposer d'une première vue d'ensemble du montant des factures impayées à la fin de 2014 pour les grands domaines d'action; déplore que, comme c'était à prévoir, le montant sans précédent atteint fin 2014 soit de 24,7 milliards d'EUR pour les seuls programmes de cohésion de la période 2007-2013; regrette que cette dette nuise à la crédibilité de l'Union et soit contraire aux objectifs de croissance et d'emploi fixés au plus haut niveau politique; souligne que les paiements sont la conséquence directe et logique d'engagements antérieurs; 13. dringt aan op de volledige tenuitvoerlegging van de gezamenlijke verklaringen inzake betalingskredieten en pleit ervoor dat het Parlement, de Raad en de Commissie aan het eind van de begrotingsprocedure-2015 een betalingsplan overeenkomen; is van mening dat dit een teken zou zijn dat de drie instellingen werkelijk streven naar een oplossing voor het probleem van openstaande
rekeningen; herinnert aan de verbintenis om in de loop van dit jaar ten minste drie interinstitutionele bijeenkomsten te beleggen over de betalingsproblematiek, teneinde de balans te kunnen opmaken van de uitgevoerde betalingen en de bijgestelde prognoses; verw
...[+++]acht dat de eerste van deze bijeenkomsten in maart 2015 een eerste overzicht zal opleveren van de omvang van de eind 2014 voor de voornaamste beleidsterreinen nog openstaande rekeningen; betreurt dat de omvang van de onbetaalde rekeningen voor alleen de cohesieprogramma's over de periode 2007-2013, zoals was voorspeld, eind 2014 het historische record van 24,7 miljard heeft bereikt; betreurt dat deze schuld de geloofwaardigheid van de EU ondermijnt en in tegenspraak is met de doelstellingen die op het hoogste politieke niveau zijn vastgesteld voor groei en werkgelegenheid; wijst erop dat betalingen het directe en logische gevolg zijn van in het verleden aangegane verplichtingen;