L’article 4, paragraphes 2 et 3, contient des dispositions facultatives, qui permettent aux États membres d’autoriser l’entrée et le séjour d’autres membres de la famille, tels que les ascendants au premier degré du regroupant ou de son conjoint, les enfants majeurs célibataires, les partenaires non mariés investis dans une relation durable et les partenaires enregistrés.
Artikel 4, leden 2 en 3, bevat facultatieve bepalingen op grond waarvan de lidstaten toestemming voor toegang en verblijf kunnen verlenen aan andere gezinsleden, zoals bloedverwanten van de eerste graad van de gezinshereniger of diens echtgenoot, meerderjarige niet-gehuwde kinderen, ongehuwde levenspartners in een duurzame relatie en geregistreerde partners.