121. reconnaît qu'en cette période de restrictions budgétaires et de réduction de la capacité de prêt du secteur privé, les PME, et en particulier les microentreprises, ont été les plus affectées, et qu'elles devraient donc bénéficier d'un soutien renforcé de l'Union afin de continuer à générer des emplois, de l'innovation et de la croissance; fait observer qu'une attention particulière devra être portée aux PME qui génèrent un développement durable au niveau local, et que la politi
que de cohésion, en tant que principal instrument d'investissement en faveur de la convergence et du développement durable dans l'ensemble de l'Union, est l'
...[+++]un des deux grands modes de soutien de l'Union destinés aux PME; souligne dès lors qu'il conviendrait, à l'avenir, de faire davantage usage des instruments financiers dans le cadre de la politique de cohésion en faveur des PME, car ils peuvent garantir un renouvellement des fonds, encourager les partenariats public-privé et créer un effet multiplicateur en association avec le budget de l'Union; 121. erkent dat middelgrote, kleine en vooral micro-ondernemingen in deze tijden van begrotingsbezuinigingen en verminderde kredietverleningscapaciteit van de privésector het zwaarst zijn getroffen, en dat zij slechts voor werkgelegenheid, innovatie en groei kunnen blijven zorgen indien de steun die zij van de Unie ontvangen, wordt vergroot; merkt op dat de aandacht met name moet worden toegespitst op kmo's die duurzame ontwikkeling op lokaal niveau genereren, en dat het cohesiebeleid het grootste investeringsinstrument is voor convergentie en duurzame ontwikkeling in de gehele Unie, alsook een van de twee belangrijkste kanalen ter ondersteuning van kmo's in de Unie; benadrukt in dit
verband dat het gebr ...[+++]uik van financiële instrumenten van het cohesiebeleid met betrekking tot kmo's in de toekomst dient te worden versterkt, aangezien dit kan zorgen voor revolverende fondsen, meer publiek-private samenwerking en een multiplicatoreffect op de begroting van de Unie;