Il faisait valoir que les dispositions permettant aux États membres de restreindre le droit au regroupement familial dans certains cas (article 4, paragraphe 1, dernier alinéa, article 4, paragraphe 6, et article 8) portent atteinte au droit au respect de la vie familiale et au principe de non-discrimination consacrés aux articles 8 et 14 de la convention européenne des droits de l’homme (CEDH).
Het Parlement voerde aan dat de bepalingen op grond waarvan de lidstaten in sommige gevallen het recht op gezinshereniging mogen beperken (artikel 4, lid 1, laatste alinea; artikel 4, lid 6, en artikel 8) strijdig zijn met het recht op eerbiediging van het gezinsleven en het beginsel van non-discriminatie die zijn vervat in de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.