7. invite les États membres qui ne l'ont pas encore fait à doter leurs autorités publiques des outils juridiques leur permettant de coopérer, sur un mode non bureaucratique, dans le cadre d'un partenariat public-public, en instaurant ainsi la sécurité juridique dont ces autorités ont besoin pour opérer dans le respect du droit de l'UE, en particulier des directives sur les marchés publics et de la jurisprudence de la Cour de justice des Communautés européennes;
7. verzoekt de lidstaten, voorzover zij dit nog niet hebben gedaan, hun overheidsinstanties de nodige wettelijke instrumenten te verschaffen om op een niet bureaucratische wijze in het kader van een publiek-publiek partnerschap samen te werken, zodat de noodzakelijke rechtszekerheid voor de overheidsinstanties wordt gecreëerd om overeenkomstig de wetgeving van de EU te handelen, met name de richtlijnen betreffende overheidsaanbestedingen en de jurisprudentie van het Europees Hof van Justitie;