Le fait que l'enfant a déjà fait l'objet d'une adoption plénière ne saurait en aucun cas constituer une cause de justification objective et raisonnable de la distinction qui est faite. En outre, entre les objectifs recherchés la stabilisation de l'état de l'enfant qui a fait l'objet d'une adoption plénière, la mise sur un pied d'égalité avec un enfant ayant une filiation ordinaire et la lutte contre les abus que constitueraient des adoptions successives et les moyens utilisés, il n'y a pas de lien raisonnable de proportionnalité.
Het feit dat het kind reeds ten volle geadopteerd is, kan onmogelijk als een objectieve en redelijke rechtvaardigheidsgrond voor het gemaakte onderscheid gelden, en tussen de nagestreefde doeleinden stabilisering van de toestand van het door volle adoptie geadopteerd kind, gelijkstelling met een kind met een gewone afstammingsband, tegengaan van misbruiken door opeenvolgende adopties en de gebruikte middelen ontbreekt een redelijk verband van proportionaliteit».