En conclusion, la Cour estime qu’une invention ne peut être brevetable lorsque la mise en œuvre du procédé requiert, au préalable, soit la destruction d’embryons humains, soit leur utilisation comme matériau de départ, même si, lors de la demande de brevet, la description de ce procédé, comme en l’espèce, ne fait pas référence à l’utilisation d’embryons humains.
Het Hof oordeelt bijgevolg dat een uitvinding niet octrooieerbaar kan zijn wanneer de toepassing van de werkwijze de voorafgaande vernietiging van menselijke embryo’s of het gebruik ervan als basismateriaal vereist, zelfs indien bij de octrooiaanvraag in de beschrijving van deze werkwijze, zoals in het onderhavige geval, geen melding wordt gemaakt van het gebruik van menselijke embryo’s.