Cet article, établissant l'égalité de traitement entre les conceptions philosophiques non confessionnelles et les six cultes actuellement reconnus, n'a toujours pas été mis en oeuvre concrètement même si, d'un point de vue pratique, une subvention à charge du budget de la Justice a été allouée au mouvement laïque.
Tot dusver kwam er geen feitelijke invulling van dat artikel, dat de gelijke behandeling tussen de niet-confessionele levensbeschouwing en de erkende erediensten instelt. Tot op heden werd aan de georganiseerde vrijzinnigheid wel een subsidie toegekend ten laste van de begroting van het departement Justitie.