« D'une part, [l'article 9] retire, voire prive le [premier] requérant de la qualité de bénéficiaire du regroupement familial avec la requérante, sa fille, de nationalité belge, établie à Liège; alors que le requérant vit en Belgique chez sa fille, en compagnie de sa plus jeune fille qui étudie en Belgique et de son épouse, qui a elle bénéficié du regroupement familial, est malade et a besoin de sa présence à ses côtés (pièces 8, 9 et 10).
« Enerzijds ontneemt [artikel 9] de verzoeker de hoedanigheid van rechthebbende op de gezinshereniging met de verzoekster, zijn dochter, van Belgische nationaliteit, wonende te Luik; terwijl de verzoeker in België leeft bij zijn dochter, samen met zijn jongere dochter die in België studeert en met zijn echtgenote, die wel de gezinshereniging heeft genoten, ziek is en nood heeft aan zijn aanwezigheid aan haar zijde (stukken 8, 9 en 10).