Art. 29. La visite de tiers et d'organisations peut seulement être autorisée moyennant la preuve d'un intérêt légitime, lorsqu'il n'y a pas d'indications que la visite puisse mettre en péril la sécurité et le bon fonctionnement du lieu d'hébergement et lorsqu'il n'y a pas d'indication que l'intégrité morale de la famille ou d'un membre de la famille soit mise en danger.
Art. 29. Het bezoek van derde personen en organisaties wordt enkel toegelaten mits bewijs van rechtmatig belang, indien er geen aanwijzingen zijn dat het bezoek de veiligheid en de goede werking in gevaar kan brengen, en indien er geen aanwijzingen zijn dat de morele integriteit van de familie of van een familielid gevaar loopt.