3. Les personnes qui cessent leur activité professionnelle et qui demandent l'octroi d'une prestation d'invalidité ou de retraite ou d'une rente, conservent, ainsi que les membres de leur famille, au cours de l'instruction de cette demande, le droit aux prestations en nature auxquelles ils peuvent prétendre au titre de la législation de l'Etat compétent en dernier lieu.
3. De personen die hun beroepsactiviteit stopzetten en die de toekenning van een invaliditeits- of rustprestatie of een rente aanvragen evenals hun gezinsleden, behouden tijdens het onderzoek van die aanvraag het recht op de verstrekkingen waarop ze aanspraak kunnen maken ingevolge de wetgeving van de laatst bevoegde Staat.