« L'article 42 de la loi du 27 juin 1969 révisant l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs, en tant qu'il faudrait admettre que le délai de prescription de (désormais) 5 ans qu'il fixe n'est pas applicable à la créance du chef de l'article 30ter, § 6, B, de la même loi, en sorte que cette créance n'est prescrite qu'après 30 ans, viole-t-il les principes constitutionnels d'égalité et de non-discrimination contenus aux articles 10 et 11 de la Constitution coordonnée ?
« Schendt artikel 42 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, in zoverre zou moeten aangenomen worden dat de daarin bepaalde verjaringstermijn van (thans) 5 jaar niet van toepassing is op de vordering ex artikel 30ter, § 6 B van dezelfde wet zodat die vordering slechts na 30 jaar verjaart, het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel en het niet-discriminatiebeginsel zoals vervat in de artikelen 10 en 11 van de Gecoördineerde Grondwet ?